Ateliermuseum
Wie was Jac. Maris?
Jac. Maris is geboren op 21 februari 1900 in het Duitse Maagdenburg, als zoon van Jacob Maris (1876-1947) en Ida Wittkowsky (1878-1951). Hij is de kleinzoon van Jacob Maris (1837-1899), de bekende landschapsschilder van de Haagse School (zie stamboom onder). Al jong wilde hij kunstenaar worden en zo ging hij op veertienjarige leeftijd in Kleef, waar hij toen vlakbij woonde, in de leer bij de beeldhouwer Achilles Moortgat.
In 1917 verhuisde de familie Maris naar Nijmegen. Jac. was inmiddels begonnen aan een serie omzwervingen die hem in Düsseldorf brachten, waar hij de academie bezocht, in België en in Engeland. Tussen de reizen door was hij in Nijmegen, waar hij in 1923 in het huwelijk trad met Wilhelmina Vermeer. Drie jaar later, in 1926, vestigde hij zich in Heumen, waar hij het Blokhuis huurde, het huidige ateliermuseum. Hij creëerde er een rijk oeuvre in hout, keramiek, kunststeen en natuursteen.
Buiten de regio.
Sinds 1928 manifesteerde Jac. Maris zich ook buiten de regio. Hij exposeerde vanaf dat jaar met kunstenaarsvereniging Sint Lucas in het Amsterdamse Stedelijk Museum, was lid van Maatschappij Rembrandt, van de Limburgse kunstkring en hij nam deel aan de overzichtstentoonstelling van Nederlandse kunst in het Rijksmuseum in 1939/40. Hij presenteerde zich met bustes van bekende personen als Vondel en liet zich inspireren door abstracte begrippen als Troost en literaire werken als Dante’s Divina Commedia.
Religie.
Als religieus kunstenaar kreeg Jac. Maris vele contacten in het katholieke milieu hetgeen er mede toe leidde dat hij zich, in 1938, bekeerde tot het katholicisme. In de jaren dertig-veertig-vijftig maakte hij vele heiligenbeelden en andere sacrale werken voor de Maria Geboortekerk, de Christus Koningkerk, de Dominicuskerk en het Albertinum te Nijmegen en voor kerken in Heumen, Molenhoek, Sevenum, Herten, Silvolde en Arnhem. Hij ontwierp voor de kerken in die plaatsen een kruiswegstatie in keramisch reliëf.
Jac Maris
De laatste decennia...
De laatste decennia van zijn leven bleef Maris bijzonder productief. Hij werkte voor particulieren en overheid. Niet alleen in Nijmegen, maar overal in den lande vindt men zijn gevelreliëfs en vrijstaande sculpturen terug. Zijn meest geliefde onderwerpen waren het dier en de mens. Dat laatste resulteerde in vele elegante vrouwen¬figuren, mythische prinsessen, waarmee hij nog als tachtigjarige een ode bracht aan de vrouw.
Maris was ook een fervente bewonderaar van het paard, dat hij vele malen uitbeeldde: van het krachtige bonkige ros in het oorlogsmonument te Gennep tot het latere gestileerde slanke paard van Don Quichotte voor het gemeentehuis in Malden. Naarmate hij ouder werd, verjongde zich zijn werk. Zo heeft hij in de latere fase van zijn leven ook vele abstracte werken gemaakt. Zijn hele leven heeft Jac. Maris geëxposeerd. Hoogtepunten vormen de late tentoonstellingen die georganiseerd werden door de Rabobank te Malden, de Amrobank te Nijmegen, Galerie Polman te Malden en de Radboud universiteit Nijmegen.
Jac. Maris overleed op 5 april 1996, zijn vrouw Willy op 1 juli 2000. Beiden zijn begraven op de R.K. begraafplaats te Heumen. Het graf is voorzien van een replica van een door Maris zelf gemaakte sculptuur. Sinds 2002 is een groot deel van zijn werk te bewonderen in het Jac. Museum, dat de herinnering aan deze markante kunstenaar in ere houdt.
Het interview gemaakt is door de SLOH, op 1 januari 1989, de interviewster is Chérie Brocken.